De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Er wordt weinig onderzoek verricht naar een eventuele correlatie tussen de kwaliteit van de spieren, disfunctie van de coronaire microcirculatie en het cardiovasculaire risico. Volgens een nieuwe studie correleert vetinfiltratie in de skeletspieren met ongunstige cardiovasculaire uitkomstmaten, ongeacht de body mass index en andere klassieke risicofactoren.
Het onderzoek is uitgevoerd bij 669 patiënten bij wie een PET-scan was uitgevoerd om coronairlijden op te sporen. Alle patiënten vertoonden een normale doorbloeding en een gevrijwaarde linkerventrikelejectiefractie. De mediane leeftijd was 63 jaar. De mediane follow-up bedroeg 6 jaar. Tijdens de follow-up hebben de auteurs gekeken naar ernstige cardiovasculaire accidenten zoals overlijden, myocardinfarct en hartfalen. De kwaliteit van de spieren werd geëvalueerd door meting van het onderhuidse vet en het vet in de skeletspieren en tussen de spieren ter hoogte van de 12e dorsale wervel.
Meer vetinfiltratie en een kleinere spiermassa correleerden significant met een lagere coronaire flowreserve, een marker van disfunctie van de coronaire microcirculatie. Die correlatie is niet teruggevonden met de BMI en het onderhuidse vet.
Meer vetinfiltratie van de skeletspieren correleerde met een significant hoger risico op ernstige cardiovasculaire accidenten (MACE), de BMI niet. Elke stijging van de vet-spierverhouding met 1% correleerde met een 7% hoger risico op ernstige cardiovasculaire accidenten. De patiënten met een disfunctie van de coronaire microcirculatie én vetinfiltratie in de spieren liepen het hoogste risico op MACE.
Het gaat hier dus blijkbaar om een nieuw en gevaarlijk cardiometabool fenotype, dat wordt gekenmerkt door een disfunctie van de coronaire microcirculatie en meer vetinfiltratie in de spieren, los van de BMI.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.