Er zijn weinig gegevens over de behandeling van infecties bij patiënten met psychische stoornissen, inclusief de selectie van geschikte psychotrope, antibiotische, antischimmel- en antivirale behandelingen. Bacteriële, virale en schimmelinfecties kunnen uiteraard voorkomen bij patiënten met een psychische aandoening, en er is weinig bewijs dat een rationele geneesmiddelenbehandeling de voorkeur geniet bij deze kwetsbare populatie. Behandeling met antibiotica komt veel voor tijdens opname in psychiatrische ziekenhuizen voor volwassenen en is een potentieel risico voor bijna een vierde van de patiënten. Meestal gaat het om urinewegen- of luchtweginfecties en de meest voorgeschreven antibiotica zijn amoxiclav en cotrimoxazol, gevolgd door ciprofloxacine en nitrofurantoïne.

Geneesmiddelinteracties bij antibiotica en psychotrope geneesmiddelen zijn geen zeldzaamheid bij geneesmiddelen met een mogelijke verlenging van het QT-interval moeten worden vermeden (bijv. bepaalde antipsychotica en antidepressiva, chinolonen en cotrimoxazol). Penicillines zijn daarom de meest geschikte klasse en chinolonen moeten worden vermeden. Interacties tussen antibiotica en psychotrope geneesmiddelen werden gemeld bij 20% van de patiënten, wat betekent dat het controleren op mogelijke interacties altijd een must is bij het voorschrijven van een behandeling. Psychische bijwerkingen (bijv. hallucinaties, agitatie, slapeloosheid) werden waargenomen bij patiënten met psychische stoornissen.

Referentie:  EPA 2021, abstract S0024.