Volgens en studie gepubliceerd de Journal of Epidemiology and Community Health was er, in tegenstelling tot wat men zou kunnen verwachten, weinig verschil in het traject van de gemiddelde alcoholconsumptie tussen mensen bij wie en cardiovasculaire ziekte (CVD) werd vastgesteld en mensen zonder diagnose.

De analyse omvatte 2.501 patiënten met angina pectoris, myocardinfarct of beroerte in het Verenigd Koninkrijk en 10.001 controlepersonen. De onderzoekers verzamelden gegevens over herhaalde metingen van alcoholconsumptie in relatie tot de datum van diagnose van CVD, over 30 jaar voor en na het begin van de ziekte, om gemiddelde trajecten van wekelijkse consumptie te schatten.

De resultaten toonden aan dat bij mannen met CVD de gemiddelde hoeveelheid geconsumeerde alcohol in de loop van de tijd toenam, ongeveer acht jaar voor de diagnose een piek van 95 g/week bereikte en daarna afnam. Na de diagnose daalde de gemiddelde consumptie van 87 g/week tot 74 g/week en steeg vervolgens licht tot 78 g/week na 3,5 jaar, alvorens geleidelijk terug te vallen tot 31 g/week 30 jaar na de diagnose. Bij vrouwelijke patiënten werd een vlakker traject waargenomen, dat stabiel bleef op ongeveer 30 g/week en na de diagnose begon af te nemen.

Bij CVD-patiënten en controlepersonen werden vergelijkbare trajecten verkregen.

Dit is de eerste poging om aan te tonen hoe patiënten met hart- en vaatziekten hun alcoholconsumptie over zo'n lange periode veranderen, maar ook om duidelijk te maken hoe de wekelijkse alcoholconsumptie verandert doorheen het leven, onafhankelijk van de diagnose van CVD in het verleden.

Referentie:

Ding C, O’Neill D, Britton A. Trajectories of alcohol consumption up to 30 years before and after the diagnosis of cardiovascular diseases: a longitudinal case-control study of 12 502 participants. J Epidemiol Community Health 2021:jech-2021-217237.