35 ans d’expertise dans le secteur médical et pharmaceutique

Zwangerschapsdiabetes: het belang van opsporing en behandeling

De professoren Katrien Benhalima (UZ Leuven) en Jean Christophe Philips (ULiège) wezen de huisartsen op het belang van screening en de behandeling van zwangerschapsdiabetes. Zwangerschapsdiabetes wordt gedefinieerd als een afname van de glucosetolerantie die tijdens de zwangerschap optreedt of voor het eerst wordt opgemerkt, en de gekende prevalentie bedraagt maar liefst 8%. Maar door het toenemend aantal jonge vrouwen in de vruchtbare leeftijd met type 2-diabetes en de ontwikkeling van nieuwe criteria voor het definiëren van zwangerschapsdiabetes (ZD) tonen observatiestudies een huidige prevalentie tussen 12 en 18%. De belangrijkste risico’s op korte termijn zijn de geboorte van een macrosomische baby (>4 kg) en neonatale hypoglykemie, naast risico’s tijdens de bevalling (pre-eclampsie, keizersnede, enz.).

Op langere termijn zijn de risico’s voor de moeder een toename met 50% van de ontwikkeling van verminderde glucosetolerantie of type 2-diabetes binnen de tien jaar, een toename van het cardiovasculair risico of postpartum depressie en een significant risico op het opnieuw optreden van zwangerschapsdiabetes bij een volgende zwangerschap. Voor de baby is er een verhoogd risico op stofwisselingsstoornissen, overgewicht en zwaarlijvigheid, motorische disfunctie en adhd.

De boodschappen van de professoren aan de huisartsen waren dan ook zeer duidelijk: hun rol is van essentieel belang om vóór het begin van een zwangerschap te screenen op mogelijke diabetes, om in geval van zwangerschap de risicofactoren voor ZD te evalueren, om het bewustzijn te vergroten, de screening op ZD uit te leggen en voor te schrijven, om de behandeling te volgen en de monitoring na de zwangerschap voort te zetten, en om hygiënisch en voedingsadvies te verstrekken aan alle vrouwen met risico’s op het vlak van metabolisme en CVD, zelfs jonge vrouwen.
chevron-downarrow-up