Precisiebeeldvorming bij de behandeling van een chronische leverziekte

Een leverbiopsie is het referentieonderzoek, maar dat is een invasief en duur onderzoek, wat mede gezien de inter- en intraobservatorvariabiliteit het gebruik ervan in de klinische routine en in klinische studies beperkt. Er zijn echter nieuwe niet-invasieve technieken ontwikkeld, die veelbelovend blijken te zijn. Volgens een literatuuroverzicht, dat op het congres werd gepresenteerd, is spiervervetting (vetinfiltratie in de skeletspieren) mogelijk een vroege marker van metabole steatohepatitis. In preklinische modellen en klinische studies correleerde spiervervetting met het bestaan van de ziekte en kon zo gewone leververvetting worden onderscheiden van steatohepatitis. Een vermindering van de spiervervetting na een interventie zoals bariatrische chirurgie of een dieet correleerde met een verbetering van het pathologisch-anatomische beeld. Dat zou dus kunnen worden gebruikt om de respons op de behandeling te evalueren.

In grotere groepen correleerde leververvetting sterk met een hogere totale sterfte. Met een techniek van moleculaire beeldvorming voor opsporing van het adhesiemolecuul VCAM-1 kon met hoge precies ontsteking in preklinische modellen van de ziekte worden gedetecteerd. Dat wordt nu verder onderzocht bij de mens.

Met gerichte medische beeldvorming moeten een vroege diagnose en niet-invasieve follow-up van metabole steatohepatitis mogelijk worden. Je hoeft dan minder vaak een leverbiopsie uit te voeren en je kan de patiënten zo beter volgen.