5000 stappen per dag zetten zou een vroege progressie van de ziekte van Alzheimer kunnen afremmen

De vorsers hebben 296 bejaarde volwassenen, die aanvankelijk geen cognitieve problemen hadden, gedurende tot 14 jaar gevolgd. De deelnemers droegen een stappenteller. De vorsers hebben regelmatig de cognitieve functies geëvalueerd en een hersenscintigrafie uitgevoerd om de afzettingen van amyloïde en tau te meten.

De gunstige effecten op de cognitieve functies namen toe tot 7500 stappen per dag, maar een geringere activiteit (3000 tot 5000 stappen) volstond al om de progressie van de ziekte significant af te remmen. Bij de meest actieve proefpersonen verliep de aftakeling van de cognitieve functies tot 50% minder snel dan bij de proefpersonen met een sedentair gedrag.

In tegenstelling tot wat was verwacht, schijnen die effecten niet samen te hangen met de hoeveelheid amyloïde, maar wel met een daling van de hoeveelheid tau, het eiwit dat het sterkst correleert met geheugenproblemen.

“Zelfs matige lichaamsbeweging vertraagt de evolutie van de cerebrale markers van alzheimer”, legt dr. Wai-Ying Wendy Yau (Massachusetts General Brigham, Harvard Medical School) uit. “Die resultaten treden het idee bij dat beweging een sleutelfactor is bij het verouderen van de hersenen in goede gezondheid.”

De auteurs erkennen dat ze niet kunnen bewijzen dat het zou gaan om een oorzakelijk verband, maar stellen dat er toch alsmaar meer aanwijzingen zijn dat regelmatige lichaamsbeweging de hersenen beschermt. Een realistische doelstelling van 5000 tot 7000 stappen per dag zou al het verschil kunnen maken.