De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
De ideeën over wat een goede dood is, lopen nogal uiteen, maar de meesten vinden wel dat die op hoge leeftijd en met een minimum aan lijden moet plaatsvinden, zo schrijft huisarts Helen Salisbury in de BMJ.
“Maar plotse overlijdens zijn moeilijk voor de mensen die achterblijven, dus misschien zouden we, als we de keuze hadden, kiezen voor een korte maar pijnloze ziekte, zodat we de tijd hebben om de mensen van wie we houden om ons heen te verzamelen en afscheid te nemen, met een kans voor die laatste gesprekken waarvan nabestaanden vaak betreuren dat ze niet zijn gevoerd.
Als huisarts heb ik het geluk gehad getuige te zijn van een aantal goede en zachte sterfgevallen. Ik herinner me vooral een patiënt die thuis werd verzorgd en die, na een lang leven en een korte ziekte, mondverzorging kreeg aangeboden door de familie met die kleine roze sponsjes op stokjes, gedoopt in champagne. Ik heb ook geluisterd naar het vaak overweldigende verdriet van familieleden die vertelden over sterfgevallen die allesbehalve zachtaardig waren, met ongecontroleerde symptomen of ongewenste medische ingrepen.
De dood is de spreekwoordelijke ‘grote gelijkmaker’ omdat we onze status, rijkdom of roem niet mee het graf in kunnen nemen. Maar tot aan dat moment is er ongelijkheid, voor patiënten en hun omgeving. In een recent rapport aan het Britse parlement staat dat elk jaar 100.000 mensen die baat zouden kunnen hebben bij palliatieve zorg sterven zonder die te krijgen. Er is een duidelijke sociaal-economische gradiënt, waarbij patiënten uit achtergestelde gebieden eerder in het ziekenhuis sterven (de keuze van weinigen voor een goede dood) dan in een hospice of thuis. Dit geldt zelfs voor degenen die bekend zijn bij palliatieve zorgdiensten. Nabestaanden van patiënten in armoede zijn ook minder geneigd te geloven dat zij voldoende steun kregen toen hun familielid op sterven lag, of dat
Ik vermoed dat een arts die je kent ook van invloed is op je kansen om toegang te krijgen tot palliatieve zorg. Iemand die u na verloop van tijd ziet, zal niet alleen uw afnemende gezondheid opmerken, maar is ook eerder iemand die u genoeg vertrouwt om met u over de dood te praten. Wat zeker is, is dat meer middelen voor de palliatieve dienst van de gemeenschap, samen met een betere continuïteit van de zorg door huisartsen, meer van onze patiënten zou helpen om een goede dood te hebben.”
https://www.bmj.com/content/378/bmj.o2202