De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
“Het gebruik van voornamen in ziekenhuizen is nefast voor de zorg”, zo zegt dr. Eleanor R. Menzin, Boston Children’s Hospital, in de JAMA.
“Ergens in de afgelopen 20 jaar is het ziekenhuispersoneel gestopt met het gebruik van achternamen. Ik vermoed dat de motivatie hiervoor voortkomt uit goede bedoelingen: het verkleinen van het machtsverschil tussen artsen en ander personeel of patiënten.
Namen zijn onze unieke identificatiemiddelen. Als we voor- en achternamen gebruiken , bevorderen we duidelijke communicatie; mensen weten wat onze kwalificaties zijn en hoe ze ons kunnen opsporen. Als we alleen voornamen gebruiken, voelt dat misschien vriendelijk aan, maar het is ook troebel.
In de pediatrie hebben sommige jonge artsen de middenweg gekozen en stellen zich bijvoorbeeld voor als dr. Liz. Nee, bedankt. Tenzij je een balletlerares bent of een ongehuwde vrouw in de jaren 20, moet je geen aanhef met een voornaam gebruiken. Voor jonge kinderen is het onderscheid tussen Dr. Voornaam en Dr. Achternaam triviaal. Voor tieners is het gewoon neerbuigend. Voor ouders is het verwarrend. Hoe kom je weer in contact met dokter Liz als je haar achternaam niet weet?
Het gebruik van voornamen voor artsen is niet alleen verwarrend, maar ondermijnt ook het professionalisme van vrouwen en andere personen uit ondervertegenwoordigde minderheidsgroepen. Wanneer vrouwelijke artsen worden ontdaan van uiterlijke kenmerken zoals hun titel of kleding, wordt het voor hen nog moeilijker om als arts te worden herkend.
Zoals veel artsen ben ik, toen de covid-19 pandemie begon, een schort gaan dragen in plaats van gewone kleding. Opeens merkte ik hoe snel het aantal verzoeken van niet-artsen aan mij toenam. Het leek niet uit te maken dat op mijn sleutelkoord in grote letters Dr. Menzin stond of dat ik op mijn 3 afzonderlijke identificatiekaarten als arts werd aangeduid. Gekleed in scrubs werd mij nog vaker gevraagd om glazen water of kopjes koffie te brengen.
Het seksisme is nog steeds zo aanwezig dat zelfs wanneer alle gegevens erop wijzen dat de vrouw een arts is en de man niet, veel patiënten nog steeds aannemen dat de man de arts is en de vrouw niet. Ik heb mijn titel verdiend tijdens mijn medische opleiding en eigen gemaakt door mijn eigen bloed, zweet en tranen.
Een voornaam gebruiken lost de ongelijkheid niet op. Als ik het machtsverschil tussen mij en mijn patiënten wil aanpakken (en dat wil ik heel graag), dan moet ik dat doen door hun medische opties uit te leggen en hen te betrekken bij gezamenlijke besluitvorming.
Proberen de autoriteit te verzachten door voornamen te gebruiken ondermijnt de deskundigheid. In een wereld waar veel mensen op grond van hun impliciete vooroordeel al concluderen dat ik geen arts ben, is het laatste wat ik nodig heb, dat vooroordeel te versterken door mijn titel te schrappen.”
Meer lezen
Helemaal mee eens .Ik vecht al 40 jaar tegen het gebruik van mijn voornaam tijdens het uitoefenen van mijn job.
Als vrouw was het toch al wat moeilijker om voldoende respect af te dwingen.
Ik ben dokter Lissens voor de patienten en ik ben Hilde voor de familie en vrienden.
Ik hoef niet de vriendin van mijn patienten te zijn.
Mensen die ik soms helemaal niet ken en die mij bij mijn voornaam noemen laat ik duidelijk verstaan dat ik dokter Lissens ben en niet hun vriendin.
Tijdens mijn werk spreken mijn personeel en patiënten mij aan als 'dokter'.
Niet aan het werk kan het personeel mij bij de voornaam noemen.
Te familiair zijn, daar wordt steevast misbruik van gemaakt.
Geldt tevens voor een witte kiel : herkenbaar en hygiënisch.
Dr Jan Bonte
"...Voornamen gebruiken ondermijnt de deskundigheid": ... vreemd. Vreemde logica.