De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Mensen met chronische pijn zonder zichtbaar letsel worden vaak niet geloofd, maar nieuw onderzoek kan helpen die pijn in beeld te brengen.
Dat zegt Dr. Abdul-Ghaaliq Lalkhen, specialist in pijngeneeskunde, gasthoogleraar aan de Manchester Metropolitan University en auteur van Pain: The Science of the Feeling Brain in The Guardian.
“De meeste mensen, ook artsen, beseffen niet dat het orgaan dat pijn produceert de hersenen zijn. Een gebroken bot, beschadigd weefsel of een bloedende wond staan vaak centraal, maar de ervaring van pijn is een optelsom van meer dan alleen het fysieke letsel - het is het resultaat van informatie die door onze zenuwen wordt verzonden en die wordt gefilterd door iemands unieke psychologische samenstelling, genetica, geslacht, overtuigingen, verwachtingen, motivaties en emotionele context. Pijn is daarom een individuele ervaring, die ons vaak verwart en beangstigt, evenals degenen van wie we houden en die van ons houden.
Voor mensen die chronische pijn rapporteren zonder dat dit blijkt uit onderzoek of een scan, is een biomarker, of wetenschappelijke meting die objectief de afwijking in hun systeem kan aantonen, al lang een doel van onderzoekers. In een recente studie van de Universiteit van Californië, San Francisco, bestudeerden Prasad Shirvalkar en collega's vier personen die aan chronische pijn lijden.
Het team implanteerde elektroden in delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor planning, verwachting en emotie, die belangrijk zijn bij het ontstaan van de pijnervaring. Vervolgens correleerden ze de hersenactiviteit in deze gebieden met behulp van machine learning, met dagelijkse zelfgerapporteerde pijnintensiteitsscores van de vier personen gedurende zes maanden. Het onderzoek stelde hen in staat objectief aan te tonen dat de informatieverwerkende gebieden van de hersenen bij chronische pijn verschillen van die bij acute pijn.
In plaats van alleen te vertrouwen op het pijnrapport van de betrokkene als bewijs, levert abnormale neurale activiteit, gecorreleerd met het verslag van de patiënt objectief bewijs voor de aanwezigheid van chronische pijn. In zekere zin stelt het onderzoekers in staat de aandoening te visualiseren, zoals men een gebroken bot op een röntgenfoto kan zien.
Omdat chronische pijn niet wordt geassocieerd met blijvende weefselschade, worden mensen die pijn melden zonder dat er aanwijzingen voor letsel zijn, vaak niet geloofd.
Chronische pijn maakt vaak deel uit van het leven, vooral naarmate we ouder worden. Hoewel het onderzoek van Shirvalkar veelbelovend is als poort naar toekomstige pijntherapieën, en een nieuwe stap is naar de erkenning van chronische pijn als een ziekte op zich, beschikken we nog niet over betrouwbare en doeltreffende behandelingen voor de behandeling ervan. Uiteindelijk is preventie dus beter dan langdurig opioïdengebruik of risicovolle ingrepen. Aandacht voor beweging, voeding, slaap en psychologisch welzijn zijn strategieën die nu beschikbaar zijn om de algemene gezondheid te verbeteren en het ontstaan van chronische pijn als gevolg van beroertes uit te stellen.”
Meer lezen