De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Columnist dr. David Turner zegt in Pulse dat de tweedelijnszorg moet nadenken over haar aanpak om huisartsen te vertellen wat er niét mis is met patiënten.
"Is het je opgevallen dat de tweedelijnszorg ons steeds vaker lijkt te vertellen wat patiënten niet hebben, in plaats van wat ze wel hebben? Ik dacht hier onlangs over na toen ik de brieven las die ik van de tweedelijnszorg kreeg.
Het gastro-enterologie team eindigt colonoscopie rapporten vaak met 'geen tekenen van darmkanker', en niets meer. Prima, dat moesten we uitsluiten. Maar de patiënt heeft nog steeds niet gediagnosticeerde gastro-intestinale symptomen, waardoor hij bij mij terugkomt en ik hem mogelijk moet doorverwijzen naar de tweedelijnsgezondheidszorg. Waarom spreken we niet af om de patiënt te zien en de volgende stappen te bespreken? Meestal hebben we al zoveel mogelijk gedaan in de eerstelijnsgezondheidszorg.
Poliklinische verwijzingen voelen vaak aan alsof je tegen een stenen muur oploopt. Patiënten die doorverwezen worden naar KNO met langdurige duizeligheid krijgen meestal een MRI om tumoren in het binnenoor uit te sluiten en worden dan teruggestuurd naar de huisarts. Super! Dus ze maken een scan om een zeldzame oorzaak uit te sluiten en dumpen de patiënt vervolgens weer bij de eerstelijnsgezondheidszorg om hun gal te spuien over het feit dat niemand een diagnose stelt of iets aan hun symptomen doet.
De NHS is altijd meer een 'ziekte' dan een 'welzijn' dienst geweest, maar de laatste tijd lijkt het een 'sluit-kanker-uit-en-dump-alles-anders-terug-op-de-huisarts'dienst' te worden. Dit is niet per se een probleem. Sterker nog, als we voldoende tijd en middelen zouden krijgen, zouden we waarschijnlijk veel van de niet-kanker-maar-significante symptomen beter kunnen behandelen in de gemeenschap."
Meer lezen