De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Volgens een nieuwe studie zou de variabiliteit van de totale cholesterolconcentratie en de plasmaconcentratie van LDL-cholesterolconcentratie een voorspellende waarde kunnen hebben wat cognitieve aftakeling en dementie bij ouderen betreft.
De vorsers hebben de gegevens doorgenomen van 9846 volwassenen van gemiddeld 73,9 jaar die bij inclusie in de studie geen tekenen van dementie vertoonden. Ze hebben jaarlijks bloed afgenomen voor meting van de totale cholesterolconcentratie, de LDL- en de HDL-cholesterolconcentratie en de serumtriglyceriden.
Tijdens een mediane follow-up van 5,8 jaar zijn 509 ouderen dement geworden en hebben 1760 deelnemers lichte cognitieve stoornissen ontwikkeld. Bij de deelnemers met een sterk variërende totale en LDL-cholesterolconcentratie daalden de cognitieve functies en met name het episodische geheugen en de psychomotorische snelheid sneller.
De incidentie van dementie bedroeg 11,3 gevallen per 1000 persoonjaren bij de ouderen met de hoogste variabiliteit van de cholesterolconcentratie (hoogste kwartiel) en 7,1 bij de ouderen in het laagste kwartiel. Het risico op dementie steeg met 37-60% naargelang van de schommelingen van de cholesterolconcentratie.
De vorsers hebben geen significante correlatie gevonden tussen schommelingen van de HDL-cholesterolconcentratie en de serumtriglyceriden en de cognitieve aftakeling.
Dat wijst er dus op dat schommelingen van de cholesterolconcentraties beter zouden kunnen correleren met het risico op dementie dan de absolute cholesterolconcentratie. De vorsers erkennen evenwel dat verder onderzoek vereist is om na te gaan of er een direct oorzakelijk verband bestaat tussen dyslipidemie en cognitieve stoornissen.
Hier klikken om er meer over te vernemen.