De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Op het ‘NUTRITION 2025’-congres is een studie gepresenteerd die heel onverwacht heeft vastgesteld dat mannen die tijdens de adolescentie beter waren gaan eten, meer oog hadden voor een gezonde voeding voor hun jonge kinderen.
Vorsers hebben de voedingstrajecten geanalyseerd van 669 mannen die sinds de adolescentie werden gevolgd, en hebben die gekoppeld aan het eetgedrag van hun kinderen op de leeftijd van 1-6 jaar.
De kans dat vaders die de kwaliteit van hun voeding progressief hadden verbeterd tussen de leeftijd van 10 en 18 jaar, actief hun kinderen een gezond eetgedrag hebben aangeleerd, was 90% hoger (95% BI: 1,23-2,95), en de kans dat ze erop toezagen dat hun kinderen geen ongezonde voedingsmiddelen zouden nuttigen, was 60% hoger (OR = 1,60, 95% BI: 1,05-2,45).
De kinderen van die mannen kregen een gezondere voeding: 62% van de kinderen kreeg de aanbevolen hoeveelheid fruit (tegen 54% van de kinderen van de mannen die tijdens de adolescentie minder gezond hadden gegeten) en 38% kreeg de aanbevolen hoeveelheid groenten (versus 29%).
De auteurs onderstrepen dat die transgenerationele effecten losstaan van de gezinsmaaltijden tijdens de adolescentie en dat de studie enkel heeft gekeken naar de vaders, dus zonder rekening te houden met het gedrag van de moeders. De studie is weliswaar uitgevoerd in een populatie met een zeer vergelijkbaar scholingsniveau, waardoor de resultaten misschien moeilijk te veralgemenen zijn, maar wijst er toch op dat het bevorderen van gezonde eetgewoontes vanaf de adolescentie, ook bij jongens, positieve invloed kan hebben op de volgende generatie.
Hier klikken om er meer over te vernemen.