De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Tandartsen, kinderartsen, huisartsen, oogartsen, logopedisten, kinesitherapeuten … tal van gezondheidswerkers in alle regio’s en van alle specialismen luiden de alarmbel. Via een rist sterke en oprechte getuigenissen hekelen ze de directe en schadelijke gevolgen van het voorstel tot hervorming van de gezondheidszorg van minister Frank Vandenbroucke. Een hervorming, die volgens hen het gezondheidszorgstelsel niet zal verbeteren, maar de kwaliteit, de menselijkheid en zelfs de levensvatbaarheid van de beroepsuitoefening in België in het gedrang dreigt te brengen.
Veel zorgverstrekkers beschouwen die hervorming als een ruptuur. Te beginnen met de therapeutische vrijheid, die op de schop dreigt te gaan, de tijd die aan de patiënt zal worden besteed, en de financiering van de medische praktijkvoering. Alle getuigenissen verwoorden eenzelfde ongerustheid: als de hervorming volgens het huidige voorstel wordt doorgevoerd, zullen ze hun beroep niet meer kunnen uitoefenen op menselijk en economisch vlak zoals ze dat zouden willen.
Maïté Stiévenart, tandarts, maakt zich zorgen: “Ik ben bang dat, als de kaderwet wordt aangenomen, ik niet meer zoveel tijd ga kunnen uittrekken voor de patiënten als nu. Misschien zullen we het aantal tandartsassistenten moeten beperken.” Eenzelfde geluid bij Christine Mievis, kinderarts: “Om sommige kinderen correct te kunnen verzorgen, heb ik soms 45 minuten nodig. Als ik nog maar een ereloonsupplement van hoogstens 25% mag aanrekenen, wordt dat onmogelijk.”
De conventietarieven zijn niet meer realistisch
Meerdere gezondheidswerkers klagen dat de kloof tussen de kosten voor moderne zorg (technologisch materiaal, gekwalificeerd personeel, software, onderhoud van de lokalen) en het voorgestelde maximum op de erelonen alsmaar groter wordt. In de oftalmologie en de tandheelkunde dekt het conventietarief de kosten van het materiaal al lang niet meer.
Julie Hourmont, tandarts, geeft daar een concreet voorbeeld van: “Een beugel tegen tandenknarsen maken kost me meer dan het conventietarief. Moet ik mijn patiënten dan maar geen beugel meer aanraden?” Voor Patricia Jaumain, oogarts, is de conclusie duidelijk: “Met een ereloonsupplement van hoogstens 25% is mijn praktijk niet meer levensvatbaar.”
Het beroepsgeheim op de helling
Naast het financiële aspect wordt ook de vertrouwensrelatie met de patiënt bedreigd. Het wetsontwerp geeft een administratieve overheid de mogelijkheid toegang te krijgen tot medische dossiers en het Riziv-nummer eenzijdig op te schorten in geval van een geschil.
Een onaanvaardbare evolutie volgens Muriel D.M., kinderarts die zich zeven jaar geleden heeft gevestigd: “Ik zal niet meer kunnen werken als een administratie mijn dossiers op elk moment kan inkijken. Dat is het einde van het medisch geheim.” Anderen maken zich zorgen over eventuele excessen van zo’n maatregel. Die zou een constante bedreiging vormen voor de gezondheidswerkers.
Vrij beroep onder druk
In tegenstelling tot artsen die in loondienst werken, moeten zelfstandige artsen zelf hun kosten dekken: installaties, verzekering, pensioen, secretariaat, materiaal bijscholing … Hun statuut is fragiel en hun financiële evenwicht vaak precair. De hervorming houdt geen rekening met die werkelijkheid.
Florence Bonkain, nefrologe, spreekt in naam van veel collegae: “9 tot 13 jaar studie, weken van 60 tot 80 uur, wachtdiensten ’s nachts en in het weekeinde, een massa onzichtbaar werk, dat niet wordt vergoed, vaak voor een consultatie van 30 euro bruto. Wat schiet er nog van over?” Mélanie Lampe, oogarts in de provincie Luxemburg, vindt de situatie nog schrijnender: “Als de hervorming erdoor komt, zal ik het medisch centrum, dat ikzelf heb gefinancierd, moeten sluiten. Dat centrum biedt nochtans kwaliteitsvolle zorg in een streek waar er veel te weinig artsen zijn.”
Een hervorming zonder overleg
De gezondheidswerkers verwerpen het idee van een hervorming niet, maar vragen wel dat dat gebeurt in overleg, op een correcte, transparante en realistische basis. Voor ze een maximum op de erelonen gaat opleggen, moet de regering de nomenclatuur herzien, de financiering van de ziekenhuizen hervormen en gericht misbruiken aanpakken zonder een heel beroep te stigmatiseren.
De zorgverstrekkers vragen geen privileges. Ze vragen het recht te verzorgen met waardigheid. Je hervormt niet een van de beste gezondheidszorgstelsels ter wereld zonder te luisteren naar diegenen die het stelsel dag in dag uit in stand houden.
Referentie: Artikel geschreven in samenwerking met de Belgische Unie van Gezondheidswerkers.