Het hart vrijwaren na circulatiestilstand

Bij donatie na gecontroleerde circulatiestilstand worden de organen snel ischemisch door het uitvallen van de vitale functies na stopzetting van de levensondersteunende behandeling. Bij normothermische regionale perfusie wordt de bloedsomloop in het lichaam van de donor weer opgestart met een extracorporaal systeem dat de weefsels weer van zuurstof voorziet, zodat je de levensvatbaarheid van het hart kan evalueren. In een aantal landen roept die techniek echter juridische en ethische bezwaren op omdat ze een hervatting van de activiteit van het hart impliceert bij iemand die dood is verklaard.

Om dat probleem te omzeilen, heeft een groep van de Duke University een methode ontwikkeld voor pediatrische donoren: het hart wordt bevloeid met bloed, dat buiten het lichaam van zuurstof wordt voorzien via een simpel toestel dat op de operatietafel wordt geïnstalleerd. Zo kan je de functionele toestand controleren voor transplantatie zonder volledige reanimatie.

Het Vanderbilt University Medical Center heeft de REUP-techniek ontwikkeld, waarbij een koude en zeer zuurstofrijke oplossing in de aorta wordt ingespoten om het hart te vrijwaren zonder het opnieuw in gang te brengen. Die techniek is minder duur, kan gemakkelijker worden toegepast en zou geschikt kunnen zijn voor ziekenhuiscentra met beperkte middelen.

Die twee technieken zouden het aantal beschikbare donorharten kunnen verhogen, met name het hart van zuigelingen, zonder ethische bezwaren. Bij de REUP-techniek vindt geen directe functionele evaluatie van het hart plaats. Dat betekent dan ook dat je de donoren rigoureus moet selecteren.