De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Muriel DM, kinderarts, werkt al zeven jaar in een privépraktijk in Waals-Brabant en vertelt over haar traject en haar ongerustheid over het hervormingsproject van de minister voor Volksgezondheid. Hoge lasten, bewuste keuze voor niet-conventionering en trouw aan haar patiënten … ze is bang dat een sterkere administratieve controle negatieve invloed zal hebben op de vertrouwensrelatie die ze met haar jonge patiënten en hun gezin onderhoudt.
“Na mijn studies kindergeneeskunde, die twaalf lange jaren hebben geduurd (zonder een jaar over te slaan), heb ik gedurende zeventien jaar in een ziekenhuis gewerkt en privéconsultaties gehouden.
Zeven jaar geleden ben ik mijn eigen praktijk gestart in Waals-Brabant en werk ik er als niet-geconventioneerd algemeen kinderarts.
Het was mijn bedoeling mijn patiënten, dus zuigelingen en kinderen, de best mogelijke zorg te geven qua preventie en behandeling.
Gezien de kosten van mijn installatie was conventionering voor mij uitgesloten. Ik heb dus afstand gedaan van de Riziv-premie voor conditionering.
De overgrote meerderheid van mijn patiënten heeft geen recht op een verhoogde tegemoetkoming. Ik werk in een veeleer welgestelde regio.
Ongeveer de helft van mijn patiënten heeft een aanvullende verzekering, die de kosten voor consultatie terugbetaalt.
Mijn honorarium voor een consultatie van 25 minuten is 50% hoger dan het bruto honorarium dat het Riziv voorziet. Het bedrag van mijn honorarium is bekend. De patiënt kan die informatie opvragen voor hij een afspraak maakt (agenda + e-mail ter bevestiging van de afspraak).
Ik werk volgens een 4/5-schema en zie soms bijna 100 patiënten per week.
Ik beschik over alles wat nodig is om mijn beroep uit te oefenen: privéparking, wachtzaal met wc, praktijkruimte, erkende medische software, elektronische agenda voor het maken van afspraken, website, vast materiaal waaronder goed meubilair, zeer recente computer, professionele printer, koelkast, babyweegschaal, personenweegschaal, meetstokken en klein wegwerpmateriaal zoals dure papierrollen.
Mijn beroepskosten zijn uiteraard hoog en omvatten de kosten voor de werking en het onderhoud van de praktijkruimte en de toegang ertoe (zie hoger), water, verwarming, elektriciteit, een beroepsverzekering, een verzekering gewaarborgd inkomen, bijdrage voor een vrij aanvullend pensioen als zelfstandige, betaling van sociale bijdragen en belastingen, kosten voor boekhouding enz.
Zonder dan nog de uren aan te rekenen die ik dagelijks moet uittrekken voor administratief werk en het onderhoud van mijn praktijkruimte.
Voor mijn activiteit als niet-geconventioneerd arts in een privépraktijk krijg ik uiteraard geen hulp en geen subsidie van de staat.
Ik heb al 7 jaar een trouw patiëntenbestand, dat mij erg apprecieert: mijn stiptheid, de duur en de kwaliteit van mijn consultaties, mijn organisatie, mijn beschikbaarheid, mijn bereikbaarheid via sms/e-mail (waardoor nodeloze consultaties kunnen worden vermeden), de properheid en het onderhoud van de kamers, de ontspannen sfeer, die de jonge patiëntjes geruststelt, mijn sympathie, mijn goed humeur en mijn dynamisme. Maar ook de vertrouwensrelatie, die ik aanknoop met al mijn patiënten en hun ouders. Ik werk effectief met een absoluut respect voor het beroepsgeheim. Er ontsnapt nooit iets buiten de 4 muren van mijn consultatiekantoor.
Nooit is er een klacht geweest over het honorarium van mijn consultatie.
Nu ben ik ongerust. Als onze minister voor Volksgezondheid erin slaagt zijn wetsontwerp door te drukken, zou ik onmogelijk kunnen werken onder de continue controle van een administratieve instantie, die op elk ogenblik en naar eigen goeddunken het medisch dossier van mijn patiënten kan inkijken en zo het beroepsgeheim en de vertrouwensrelatie die ik met mijn patiënten heb opgebouwd, kan verbreken. Ik zou niet kunnen leven met het idee dat mijn Riziv-nummer onverschillig wanneer kan worden ingetrokken zonder dat ik mij daarvoor kan verdedigen. Ik zou met verlies werken en ik zou geen andere keuze hebben dan mijn activiteit stop te zetten en mijn patiënten te verwijzen naar consultaties in het ziekenhuis. De ziekenhuizen zijn echter sowieso al overbelast en hebben het financieel alsmaar moeilijker.
Dat zal ongetwijfeld gaan ten kosten van de gezondheid van de Belgische zuigelingen en kinderen en ook van de jongvolwassenen die ze later zullen worden …
Met andere woorden, een catastrofe voor de bevolking.”
Referentie: Belgische Unie van Gezondheidswerkers.