De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Patiënten met een atriumfibrillatie (AF) én stabiel coronairlijden vormen een therapeutische uitdaging.
Die patiënten lopen een hoger risico op trombose als gevolg van de AF én een hoger bloedingsrisico, dat nog in de hand wordt gewerkt doordat die patiënten vaak anticoagulantia én plaatjesaggregatieremmers krijgen. Tegen die achtergrond is het belangrijk na te gaan of een combinatie van een anticoagulans en een plaatjesaggregatieremmer kan worden vervangen door enkel een anticoagulans.
De AFIRE-studie is een Japanse studie die tussen 2015 en 2018 is uitgevoerd bij 2215 patiënten met een AF én stabiel coronairlijden (gedefinieerd als een revascularisatie uitgevoerd meer dan een jaar geleden of bewezen coronairlijden zonder indicatie voor revascularisatie). De patiënten werden in vier leeftijdsgroepen ingedeeld: < 70 jaar, 70-74 jaar, 75-79 jaar en ≥ 80 jaar. De vorsers hebben een combinatie van rivaroxaban en een plaatjesaggregatieremmer vergeleken met enkel rivaroxaban.
Het primaire eindpunt van werkzaamheid was een samengesteld eindpunt van ernstige cardiovasculaire accidenten (cerebrovasculair accident, systemische embolie, myocardinfarct, instabiele angina pectoris waarvoor revascularisatie vereist was, en overlijden ongeacht de doodsoorzaak). Het primaire eindpunt van veiligheid waren grote bloedingen.
De incidentie van ernstige cardiovasculaire accidenten was lager met rivaroxaban alleen dan met de combinatietherapie en het verschil was bijzonder groot bij 80-plussers. In de andere leeftijdsgroepen werd een vergelijkbare tendens waargenomen, echter zonder significante interactie tussen de leeftijd en het effect van de behandeling. Het bloedingsrisico was lager met rivaroxaban in monotherapie, vooral bij min-70-jarigen.
Volgens die studie biedt rivaroxaban in monotherapie duidelijke klinische voordelen in alle leeftijdsgroepen: lager risico op trombose en minder bloedingen.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.