SSRI’s en borstvoeding: geen meetbare invloed op het IQ van kinderen van 4-5 jaar

De vorsers hebben de cognitieve prestaties van kinderen die tijdens de zwangerschap en de periode van borstvoeding waren blootgesteld aan een SSRI, vergeleken met die van kinderen die enkel prenataal waren blootgesteld aan een SSRI.

De auteurs hebben hun prospectieve cohortonderzoek uitgevoerd bij de kinderen van zwangere vrouwen die werden gerekruteerd tussen 1989 en 2008 en die met zekerheid een behandeling met een SSRI hadden gekregen tijdens de zwangerschap. De neurologische ontwikkeling van de kinderen werd geëvalueerd op de leeftijd van 4-5 jaar met de Wechslerschalen voor jonge kinderen om het totale IQ, het verbale IQ en het prestatie-IQ te meten.

Ze hebben 97 moeder-kindkoppels onderzocht: 22 kinderen die aan een SSRI waren blootgesteld tijdens de periode van borstvoeding, 37 kinderen die tijdens de periode van borstvoeding niet waren blootgesteld aan een SSRI, en 38 kinderen die geen borstvoeding hadden gekregen.

De vorsers hebben geen significant verschil in het totale IQ, het verbale IQ en het prestatie-IQ vastgesteld tussen de kinderen die tijdens de periode van borstvoeding waren blootgesteld aan een SSRI, en de kinderen die niet waren blootgesteld aan een SSRI via de moedermelk.

Het totale IQ en het prestatie-IQ waren hoger bij de kinderen die tijdens de periode van borstvoeding aan een SSRI waren blootgesteld, dan bij de kinderen die geen borstvoeding hadden gekregen, maar na correctie voor factoren in samenhang met de gemoedsstemming van de moeder tijdens de zwangerschap waren de verschillen niet meer significant.

Bij de kinderen die in utero waren blootgesteld aan een SSRI correleerde verdere blootstelling aan een SSRI via de borstvoeding niet met lagere IQ-scores. Dat wijst erop dat moeders die met een SSRI worden behandeld, toch de raad zouden moeten krijgen borstvoeding te geven, echter rekening houdende met het feit dat de vorsers andere dimensies van de ontwikkeling dan het IQ niet hebben onderzocht.