De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Artificiële intelligentie schittert bij het voorspellen van eiwitstructuren, maar als het levende wezen complexer is, blijkt AI toch op haar beperkingen te stoten.
Dat blijkt uit een studie die de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met de Universiteit van Gent en het Interuniversitaire Instituut voor Bio-informatica in Brussel heeft uitgevoerd over zure alfa-1-glyoproteïne. Dat eiwit komt in grote hoeveelheid voor in het bloed en speelt mee bij het ontstekingsproces, kanker en de werkzaamheid van geneesmiddelen.
De vorsers hebben aangetoond dat het niet eenvoudig is een model van zure alfa-1-glyoproteïne te maken. Dat eiwit bevat immers veel glycanen en die suikers variëren volgens de gezondheidstoestand. Genetische mutaties hebben sterke invloed op de bewegingen en de interacties ervan met de behandeling. Die variaties, die je met de standaardmethoden niet kan opmerken, zijn erg belangrijk met het oog op precisiegeneeskunde. Zelfs een kleine verandering op de juiste plaats kan volstaan om het gedrag van het eiwit radicaal te veranderen. Dat verklaart waarom patiënten met eenzelfde ziekte anders kunnen reageren op eenzelfde geneesmiddel.
De vorsers hebben AlphaFold, het referentiemodel van artificiële intelligentie om eiwitstructuren te voorspellen, toegepast op dat instabiele, geglycosyleerde eiwit. Het model kon de rigide delen van het eiwit correct weergeven, maar niet de mobiele en dynamische delen, die nochtans essentieel zijn voor de werking ervan. De voorspellingen van het model waren simplistisch en soms bedrieglijk in vergelijking met de experimentele gegevens, wat dus wees op een kloof tussen het computermodel en de biologische werkelijkheid.
De studie leert dat artificiële intelligentie het onderzoek kan versnellen, maar dat humane intelligentie nodig is om de AI te sturen.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.