Alzheimer: een hoog scholingsniveau correleert met een snellere accumulatie van het tau-eiwit in aanwezigheid van amyloïde

Vorsers hebben bij 887 patiënten in drie onafhankelijke cohortes (ADNI, A4 en GHABS) de correlatie onderzocht tussen het scholingsniveau en de accumulatie van tau-eiwit bij de ziekte van Alzheimer. De studie is gepubliceerd in JAMA Neurology.

Bij de patiënten zonder β-amyloïde (Aβ-) correleerde een hoog scholingsniveau met een tragere ophoping van tau (schatting in de rechter gyrus temporalis medius = - 0,002; 95% BI: - 0,003 tot - 0,0002; p = 0,03).

In de Aβ-positieve (Aβ+) groep daarentegen correleerde een hoger scholingsniveau met een snellere ophoping van tau-eiwit (raming in de linker gyrus temporalis medius = 0,003; 95% BI: 0,0003-0,005; p = 0,03). De vorsers hebben ook sterkere correlaties vastgesteld tussen een hoog scholingsniveau en:

• ophoping van tau-eiwit in samenhang met de hoeveelheid amyloïde (raming in de linker gyrus temporalis medius = 0,38; 95% BI: 0,11-0,65; p = 0,006),
• ophoping van tau in de entorinale cortex (raming in de linker gyrus temporalis medius = 0,35; 95% BI: 0,08-0,63; p = 0,01),
• ophoping van p-tau217 (raming in de linker gyrus temporalis medius = 0,46; 95% BI: 0,02-0,90; p = 0,04).

Bij de Aβ+ patiënten met een hoog scholingsniveau is ook een sterkere met connectiviteit samenhangende verspreiding van het tau-eiwit vastgesteld (raming = 0,33; 95% BI: 0,003-0,67; p = 0,048).

De vorsers hebben ook vastgesteld dat een tegen amyloïde gerichte behandeling de ophoping van p-tau217 bij Aβ+ patiënten met een hoog scholingsniveau tegenging (raming = - 0,52; 95% BI: - 0,80 tot - 0,24; p < 0,001).