Angststoornissen en daling van het cholinegehalte in de hersenen

De vorsers hebben de samengevoegde gegevens geanalyseerd van 25 studies bij in het totaal 370 patiënten met een angststoornis en 342 controlepersonen zonder angststoornis. Met magnetische-resonantiespectroscopie, een niet-invasief beeldvormingsonderzoek, hebben ze verschillende neurometabolieten gemeten. Daarbij hebben ze vastgesteld dat het cholinegehalte circa 8% lager was bij de angstige mensen. Dat lijkt misschien weinig, maar is in de hersenen toch significant. Choline is een voedingsstof, die essentieel is voor de structuur van de celmembranen en meerdere hersenfuncties zoals het geheugen, de regeling van de gemoedsstemming en de spiercontrole.

De auteurs veronderstellen dat een langdurige activering van de stress- en ‘fight-or-flight’-circuits de vraag naar choline zou kunnen verhogen en zou kunnen bijdragen tot een uitputting van de hersenreserves. Ze erkennen echter dat niemand weet of een hogere inname van choline via de voeding of voedingssupplementen de angst vermindert. De auteurs raden inname van hoge hoeveelheden choline op eigen houtje sowieso af. Ze herinneren er echter wel aan dat de voeding van de meeste mensen niet de aanbevolen hoeveelheden choline bevat en dat een gezonde voeding (eieren, vette vis, mager vlees, melk, soja, bepaalde zaden en groenten) een belangrijke hefboom blijft om o.a. de geestelijke gezondheid te ondersteunen.

Interventionele studies zijn nodig om het nut van choline bij de behandeling van angststoornissen te onderzoeken.