De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn er geen duidelijke klinische verschillen tussen jongens en meisjes met autisme op het ogenblik dat de diagnose voor het eerst wordt gesteld. Dat is de conclusie van een grote studie uitgevoerd bij meer dan 2500 kinderen van 12 tot 48 maanden.
De vorsers hebben tussen 2002 en 2022 drie groepen kinderen gevolgd: zeer kleine kinderen met autisme, kinderen met een typische ontwikkeling en kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Met een batterij van 19 gestandaardiseerde tests (o.a. taaltests, tests voor evaluatie van de sociale en motorische vaardigheden, repetitieve gedragingen, de cognitieve ontwikkeling en de sociale aandacht gemeten met oculometrie) hebben de auteurs het traject van de meisjes en dat van de jongens zorgvuldig vergeleken.
Bij de autistische kinderen is geen significant verschil tussen jongens en meisjes vastgesteld. De vaardigheden in het dagelijkse leven zoals beschreven door de ouders waren echter iets beter bij de meisjes. Zelfs bij opsplitsing van de kinderen in subgroepen volgens hun niveau van functioneren is geen duidelijk verschil waargenomen. Er is evenmin een verschil in ontwikkeling tussen 12 en 48 maanden vastgesteld tussen jongens en meisjes.
Bij de kinderen met een typische ontwikkeling zijn de te verwachten verschillen waargenomen: de meisjes deden het beter in meerdere domeinen en met name inzake taal, sociale interacties en de dagelijkse activiteiten. Die observaties bevestigen dat niet-autistische meisjes sneller ontwikkelen, wat niet zo is bij autistische kinderen.
Hier klikken om er meer over te vernemen.