De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
In een studie gepubliceerd in de Journal of Multidisciplinary Healthcare is een U-vormige correlatie vastgesteld tussen de consumptie van cafeïne en het risico op chronische constipatie. Bij inname van minder dan 204 mg/d had cafeïne een licht laxerend effect, maar bij een hogere inname steeg het risico op constipatie licht. Die correlatie werd echter niet teruggevonden bij 60-plussers: bij hen verlaagde een hoge cafeïneconsumptie het risico op constipatie.
De vorsers hebben de gegevens doorgenomen van 12 759 volwassenen die hadden deelgenomen aan de NHANES 2005-2010, en hebben de cafeïne-inname (berekend met een voedselanamnese van 24 uur op twee verschillende tijdstippen) gekoppeld aan de gegevens over het stoelgangspatroon volgens de Bristol-schaal. 10 785 deelnemers hadden een normale transit, 988 hadden chronische diarree en 986 chronische constipatie.
Bij een inname van minder dan 204 mg/d correleerde elke stijging van de cafeïne-inname met 100 mg/d met een 18% lager risico op constipatie (p < 0,0001). Maar bij een inname van meer dan 204 mg/d steeg het risico met 6% (p = 0,043). Bij de deelnemers met een hoog inkomen correleerde elke stijging van de cafeïne-inname met 100 mg/d met een 12% hoger risico op chronische diarree. Er is geen significante correlatie vastgesteld tussen cafeïne en chronische inflammatoire darmaandoeningen.
De auteurs raden dan ook een strategisch gebruik van cafeïne aan volgens het profiel van de patiënt. Ze herinneren er evenwel aan dat het gaat om een transversale studie, waaruit je dus onmogelijk kunt afleiden of het al dan niet gaat om een oorzakelijk verband, en dat de gegevens door de deelnemers zelf zijn aangereikt, wat een mogelijke bron van bias zou kunnen zijn.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.