De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Een recente studie van vorsers van de Universiteit van Genève (UNIGE) opent nieuwe perspectieven voor mensen met ernstige taalproblemen zoals afasie na een CVA, amyotrofe laterale sclerose en een ‘locked-in’-syndroom. De studie, die is verschenen in Communications Biology, leert dat individuele training het vermogen tot controle van de interface tussen de hersenen en een machine significant kan verbeteren louter en alleen door mentale beeldvorming van het woord.
Met interfaces tussen de hersenen en een toestel kan je de neurofysiologische signalen ontcijferen die worden uitgezonden als iemand taalelementen uitbeeldt. Die signalen zijn echter erg zwak, waardoor ze moeilijk te ontcijferen zijn. Om dat op te lossen, heeft de groep van de UNIGE vijftien vrijwilligers onderworpen aan een intensieve training van vijf dagen waarin ze aan twee specifieke letterwoorden moesten denken, namelijk fo en gi. Via 61 eeg-elektroden kregen de proefpersonen onmiddellijk visuele feedback over hun prestatie. Die continue terugkoppeling is essentieel gebleken om de prestaties te verbeteren.
De vorsers hebben een duidelijke verbetering van de controle van de interface vastgesteld in samenhang met een toename van een specifieke neuronale activiteit: versterking van de thètagolven in de frontale regio en de gammagolven in de linker temporale steek. Volgens de vorsers moet het door een precieze identificatie van die hersenzones mogelijk worden de positionering van de elektroden in latere interfaces te verbeteren.
In een persmededeling zeggen de onderzoekers voorts dat een gepersonaliseerde training inzake het gebruik van interfaces tussen de hersenen en een toestel van cruciaal belang is. Dat kan ons op het spoor zetten van therapeutische toepassingen om de communicatie bij patiënten met afasie te herstellen.
Hier klikken om er meer over te vernemen.