De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
“Wie zorgt voor de eerstelijnszorg?”, zo vraagt Lieven Sioen, adjunct-hoofdredacteur van De Standaard in een commentaar.
“De frustraties zijn niet nieuw. Het huisartsentekort is een bron van boosheid voor zowel dokters als patiënten. 17 procent van de dokterspraktijken kan geen nieuwe patiënten meer aanvaarden, 58 procent alleen onder voorwaarden. Het gevolg is dat de tevredenheid over de lokale zorg afneemt. Die blijft met 80 procent hoog, maar komt van 88 procent drie jaar geleden, volgens de Vlaamse burgerbevraging.
De vergrijzing confronteert de artsen met meer chronische en complexe zorgen. De individuele arts, die zes op zeven werkte, twaalf uur per dag en altijd beschikbaar was, verdwijnt. Nieuwe samenwerkingsvormen dringen zich op. De administratieve overlast wordt ook artsen te veel. Maar vooral weerklinkt in de noodkreet het gevoel in Brussel niet gehoord of gewaardeerd te worden.
Dat gevoel schuurt met het beleid. De herwaardering van de eerstelijnszorg is prioritair voor minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke: hij sloot een new deal voor de huisarts. Zijn maatregel om onredelijke inkomensverschillen tussen artsen weg te werken, kan bij 64 procent van de artsen op goedkeuring rekenen, blijkt uit een recente enquête van de artsenkrant. De minister zelf krijgt in die bevraging maar 2,7/10 voor zijn beleid. Hij zou beter een weekje meelopen in de praktijk, vinden de artsen. Zo ver liggen de kustgemeenten niet van Brussel.”
Meer lezen
https://www.standaard.be/cnt/dmf20240211_97711233
https://www.standaard.be/cnt/dmf20240211_96163174