De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Een subjectieve indruk van slechte slaap correleert daarom nog niet met objectieve slaapproblemen. Studies wijzen uit dat de systemen die de slaap en de waaktoestand regelen, vaak intact zijn bij mensen met insomnie.
De studie is uitgevoerd bij 30 patiënten met insomnie en 30 mensen zonder slaapproblemen. Na twee nachten om aan te passen hebben de vorsers de proefpersonen herhaaldelijk (tot 12 keer) met een trillende armband wakker gemaakt tijdens de trage slaap (NREM) om ze te vragen of ze sliepen of wakker waren. Ongeveer de helft van de deelnemers in beide groepen gaf aan dat ze wakker waren. De andere helft zei dat ze sliepen.
De perceptie van waaktoestand correleerde in beide groepen met hoogfrequente hersenactiviteit tijdens het slapen, wijzende op een waaktoestand. Ondanks chronische klachten van insomnie is geen significant verschil in hersenactiviteit of de perceptie van de slaap vastgesteld met de controlegroep.
Die bevindingen ondersteunen het concept van een continuüm tussen slaap en waaktoestand, dat het idee van een strikte scheiding tussen beide op de helling zet. Volgens die resultaten zou het dus best kunnen dat insomnie veeleer toe te schrijven is aan cognitieve, emotionele en gedragsproblemen dan aan fysiologische disfuncties.
Cognitieve en gedragstherapie wordt aanbevolen als eerstelijnstherapie bij insomnie voor je medicatie gaat voorschrijven. Medicatie is enkel geïndiceerd voor een korte tijd gezien het risico op bijwerkingen en verslaving.
Hier klikken om er meer over te vernemen.