De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
“De overconsumptie is groter dan we ons kunnen inbeelden”, zo zegt professor Koen Peers, sport- en revalidatiearts aan het UZ Leuven in De Tijd.
Bij het Riziv willen ze niet over quota spreken. Dat wekt volgens hen de indruk dat patiënten vanaf een bepaald moment niet langer een ingreep of een terugbetaling kunnen krijgen, aldus De Tijd.
In 2021 ondergingen in ons land 23.000 mensen een meniscusoperatie, dat zijn omgerekend 241 ingrepen per 100.000 verzekerden.
De meeste experts zijn niet verrast door de eerste indicator van het Riziv. Professor Peers benadrukt dat al ruim tien jaar studies verschijnen over de zin en onzin van de meniscectomie. Er zijn ook duidelijke, internationale richtlijnen.
Waarom wordt de operatie dan toch zo vaak uitgevoerd? Met kwade wil heeft het niet te maken, zegt Peers. ‘Het gaat om een combinatie van factoren. Sommige patiënten menen onterecht dat het beter is onder het mes te gaan. Sommige artsen blijven tegen wetenschappelijk bewijs in overtuigd dat ze de best mogelijke behandeling geven. Ook hebben ze er onrechtstreeks voordeel bij. Voor een technische prestatie worden artsen beter vergoed dan wanneer ze tijd maken om hun patiënt op andere gedachten te brengen.’
‘Het probleem van overconsumptie is erger dan we ons kunnen inbeelden’, zegt professor Peers. Hij betwijfelt of de indicatoren volstaan om het tij te keren. ‘Ik denk dat het een goede manier is om artsen een spiegel voor te houden. Het besef dat je praktijk erg afwijkt van die van collega’s kan tot inzicht en hopelijk ook verandering leiden.’
Tegelijk sluit hij niet uit dat het tot uitwassen en verschuivingen in zinloze zorg kan leiden. De kans bestaat dat artsen afzien van meniscusoperaties om vervolgens vaker injecties te plaatsen met hyaluronzuur of cortisone. Die laatste zijn niet altijd aangewezen, maar kosten wel minder tijd en moeite dan een patiënt te overtuigen van kinesitherapie.
Meer lezen
https://www.tijd.be/dossiers/de-verdieping/als-goede-zorg-minder-zorg-is/10466334
De titel van dit artikel suggereert dat dit een transversaal probleem is in de geneeskunde. Dat is mogelijk, maar de aangehaalde gegevens en de expertise van prof Peers lijken vooral te gaan over bepaalde orthopedische ingrepen. Indien op basis van wetenschappelijke analyse en buitenlandse vergelijkingen dit wordt bevestigd, is aktie gewenst. Misschien vandaag al. Maar laten we voorzichtig zijn dit te extrapoleren naar 'alle chirurgie' of 'alle ingrepen'. Er zullen zonder twijfel minder nuttige ingrepen zijn, maar dit is te analyseren voor elk type ingreep afzonderlijk. Eventuele overconsumptie in procent uitgedrukt zal misschien beduidend lager liggen voor heel wat ingrepen dan voor meniscusoperaties. En er bestaat ook zoiets als ondergebruik : in de radiotherapie bijvoorbeeld is aangetoond in Europese vergelijkingen dat bepaalde behandelingen in België te WEINIG gebeuren.
Een ander punt is dat men de kost van de onnuttige operaties dan neigt op te tellen, om dit als een potentiele besparing voor te stellen. Maar opgelet : mogelijks was inderdaad de operatie niet aangewezen, maar wel een andere behandeling, en dan moet in de vergelijking de kost van die andere behandeling (en opvolging) ook meegenomen worden. De uiteindelijke besparing is nog steeds een belangrijk doel maar de hoegrootheid zal lager liggen dan de pure kost van de uitgespaarde operaties.
Om dit alles goed te managen van financiele kant, is een overheidsbeleid vereist dat de totale kostprijs van zorgtrajecten bekijkt, over specialisaties en beroepsgroepen heen. In het hier aangehaalde voorbeeld van knieoperaties is een eventuele 'winst' gedeeltelijk te herinvesteren in kinesitherapie bijvoorbeeld. Maar de teams die rond te tafel zitten om kine-terugbetalingen te managen naar de toekomst toe, zijn NIET dezelfde die de meniscusoperaties bekeken hebben. Het gaat hem dus over een overleg dat nog meer dan nu TUSSEN beroepsgroepen zou moeten verlopen, maar ook zelfs BINNEN beroepsgroepen. Bijvoorbeeld binnen de artsengroep: als een bepaalde operatie suksesvol kan vervangen worden door een moderne radiotherapeutische behandeling die toevallig even goede resultaten biedt en 30% goedkoper is, zal dit enkel gestimuleerd kunnen worden indien het overleg over budgetten niet meer per specialisatie afzonderlijk gebeurt, maar wel per ziektebeeld. Als tengevolge van een dergelijke 'shift' in de toekomst het aantal indicaties (en dus de kost) in de radiotherapie zou toenemen, zou het goed zijn dat het radiotherapie team gefeliciteerd wordt met deze shift die uiteindelijk goedkoper is, en niet 'op het matje geroepen wordt' wegens een stijging van indicaties. Bezuinigingen in bepaalde specialisaties kunnen bewerkstelligd worden door te investeren in andere specialisaties. Alle 'silos' moeten dus weg voor een volledig transversale aanpak. Een heel moeilijke te maken brug hierin is de medicatie-silo.
Het voorgestelde 'spiegel voorhouden' lijkt me een uitstekende maatregel. Als arts zou ik graag van mezelf (en zo mogelijk ook van mijn dienst en van mijn ziekenhuis) weten waar ik sta in vergelijking met anderen, met frekwente transparante updates. Na te hebben samengewerkt met overheidsinstellingen ivm mijn vakgebied, heb ik vastgesteld dat deze instellingen wel degelijk over relevante vergelijkende informatie beschikken. Maar de terugkoppeling naar ziekenhuizen, diensten en individuele artsen lijkt nog geen routine.