De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
“We moeten afrekenen met het arrogante idee dat de huidige moderne mens superieur is ten opzichte van vroegere mensensoorten. We zijn wie we zijn mede dankzij al die eerdere voorgangers zoals neanderthalers”.
Dat stelt Marie Soressi, hoogleraar Homonin Diversity Archaelogy van de Universiteit Leiden.
Het beeld van de simpele neanderthalers is de laatste decennia flink aan het kantelen. Lange tijd werd deze mensensoort, die zo’n 40.000 jaar geleden fysiek verdween, beschouwd als veel minder intelligent dan de huidige moderne mens: Homo sapiens, de wetende mens. Sinds de publicatie van het neanderthaler-genoom, in 2010, blijkt dat we allemaal nog een stukje neanderthaler-dna in ons hebben. Soressi merkt op dat we daar blij mee mogen zijn: sommige van die oude genen helpen onze immuniteit te versterken en ziektes te bestrijden. De hoogleraar heeft ook haar eigen dna laten onderzoeken: ‘Ik heb vier procent neanderthaler-dna, dat is het dubbele van de gemiddelde twee procent die de meeste Europeanen hebben!’
Hoe moeten wij ons dan verhouden tot vroegere menselijke soorten? Soressi gebruikt de metafoor van een tulpenbol: die bestaat uit verschillende lagen, en elke laag is nodig om de tulp tot bloei te laten komen. 'Onze menselijke identiteit is op dezelfde manier gelaagd. Het uiterlijk laat de individuele kenmerken zien en onze taal en omgangsvormen geven aan waar we vandaan komen. Dieper van binnen bevinden zich onze fysiologie en anatomie - waaronder enkele Neandertaler-genen - en bouwsten zoals dna - die we delen met alle andere levende wezens in heden en verleden.'
Daarom is het tijd om ons niet langer Homo sapiens te noemen, zo meent ze. ‘De wetende’ suggereert dat we veel slimmer zijn dan onze voorgangers. De Franse filosoof Henri Bergson (1859-1941) lanceerde al eerder de term Homo faber, de gereedschapsmaker en dat vindt Soressi een goed idee: de gereedschapsmaker dekt ook voor de huidige mens nog altijd de lading.