Kunnen de intestinale microbiota helpen overgevoeligheid voor voedseladditieven te voorspellen?

Eerdere onderzoeken hebben aangetoond dat bepaalde emulgatoren zoals carboxymethylcellulose (CMC) negatieve invloed hebben op de microbiota en zo chronische ontstekingsziekten en metabole aandoeningen in de hand werken. Niet iedereen reageert er echter op dezelfde manier op. Sommige microbiota kunnen er bijzonder gevoelig voor zijn en een andere helemaal niet.

Om dat verder uit te pluizen, hebben de vorsers een in-vitromodel ontwikkeld dat de humane microbiota nabootst om de effecten van CMC op verschillende configuraties van microbiota te onderzoeken. De resultaten zijn bevestigd door transfer van microben in een muizenmodel: enkel een microbioom dat er gevoelig voor was, veroorzaakte een ernstige colitis bij muizen die werden blootgesteld aan het additief.

Bij analyse van stoelgangsstalen hebben de wetenschappers ook een specifieke signatuur van bacterieel DNA ontdekt die de gevoeligheid van een individu voor CMC voorspelt. Die ontdekking kan ons op het spoor zetten van een gepersonaliseerde benadering van de voeding om darmproblemen te vermijden bij gevoelige mensen of de symptomen te verminderen bij patiënten met een ontstekingsziekte.

Volgens Benoit Chassaing zouden die onderzoeken in een nabije toekomst kunnen uitmonden in geschikte voedingsprogramma’s om de behandeling van ziektes als gevolg van afwijkingen van de microbiota te verbeteren. Er lopen onderzoeken bij patiënten met de ziekte van Crohn om dat te toetsen en om oplossingen te vinden om de individuele gevoeligheid voor voedseladditieven te verminderen.