De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
In Annals of Internal Medicine is een netwerkmeta-analyse gepubliceerd die leert dat het resultaat van meting van de bloeddruk sterk verschilt naargelang van de plaats en de gebruikte methode, vooral bij patiënten met hypertensie.
De vorsers hebben de literatuur doorgenomen tot in oktober 2024 en hebben voor hun meta-analyse 65 studies gehandhaafd bij in het totaal 40 022 volwassenen. Ze hebben verschillende meetmethoden vergeleken: meting in de praktijkruimte volgens een onderzoeksprotocol (referentie), automatische meting zonder supervisie in de praktijkruimte, “gebruikelijke” meting zonder bepaald protocol, thuismeting en ambulante 24 uursmeting (dag en nacht).
De ’s nachts ambulant gemeten bloeddruk was 18,14 mmHg lager dan de bloeddruk gemeten in het kabinet. De ambulant gemeten 24-uursbloeddruk was gemiddeld 8,63 mmHg lager, de thuis gemeten bloeddruk 4,59 mmHg, de ambulant gemeten bloeddruk overdag 4,22 mmHg en de automatische meting in het kabinet 4,57 mmHg. Het verschil varieerde volgens de bloeddruk en ging tot 31 mmHg bij een systolische bloeddruk van meer dan 180 mmHg (tegen 0 mHg bij een systolische bloeddruk van 120-129 mmHg).
Volgens de auteurs kun je de bloeddrukken gemeten met verschillende methoden dus niet zomaar met elkaar vergelijken en zou je specifieke referentiewaarden moeten hanteren naargelang van het type meting en het bloeddrukniveau.
De vorsers concluderen dat hun bevindingen de richtlijnen van de Europese Vereniging voor Cardiologie van 2024 bijtreden. De richtlijnen raden een streefwaarde voor de systolische bloeddruk aan van 120-129 mmHg, ongeacht de plaats en de meetmethode.
Persmededeling, hier klikken om er meer over te vernemen.