De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Mensen die het meest bewegen in de middag en avond, zijn minder insulineresistent dan mensen die vooral ’s ochtends of verspreid over de hele dag bewegen.
Mensen die het meest bewegen in de middag en avond, zijn minder insulineresistent dan mensen die vooral ’s ochtends of verspreid over de hele dag bewegen. Dit betekent dat ze een lager risico op diabetes type 2 hebben. Deze resultaten publiceerden onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in het tijdschrift Diabetologia.
Vier dagen lang hebben zo’n 800 deelnemers aan de Nederlandse Epidemiologie van Obesitas (NEO) studie een ActiHeart apparaat op hun borst gedragen. Met dit apparaatje werden hun hartslag en bewegingen nauwgezet in de gaten gehouden. “We konden uiteindelijk vier type bewegers onderscheiden”, vertelt bewegingswetenschapper Jeroen van der Velde. “Mensen die vooral ’s ochtends, ’s middags of ’s avonds bewogen, en mensen die geen duidelijke piek in beweging hadden en dus verspreid over de hele dag een beetje bewogen.” De onderzoekers keken specifiek naar beweging die onder matige tot zware inspanning valt. Dit zijn de meeste sporten, maar ook fietsen en stevig wandelen.
Uit deze studie blijkt nu dus dat het lichaam van deelnemers die vooral ’s middags en ’s avonds bewogen, gevoeliger is voor insuline dan dat van mensen die verspreid over de hele dag of vooral in de ochtend bewogen. Dit bleek niet door de totale hoeveelheid beweging te komen. “Als je lichaam minder gevoelig is voor het hormoon insuline, dan wordt je bloedsuikerspiegel te hoog en kan na verloop van tijd diabetes type 2 ontstaan”, legt epidemioloog Renée de Mutsert uit. “Mensen die vooral ’s middags en ’s avonds bewegen hebben daardoor waarschijnlijk een lager risico op diabetes type 2.”
Meer lezen