De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Later starten en korter behandelen met een zogenoemde CDK4/6-remmer geeft bij patiënten met uitgezaaide hormoongevoelige borstkanker net zulke goede uitkomsten als een langdurige behandeling.
Dat laten Nederlandse onderzoekers zien in een studie waarvan ze de resultaten op 5 juni presenteerden op het congres van de American Society of Clinical Oncology (ASCO) in Chicago.
De slimmere inzet van CDK4/6-remmers geeft 42 procent minder bijwerkingen en is ongeveer 35.000 euro per patiënt goedkoper dan de internationaal vastgestelde standaardbehandeling.
Bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker kunnen zogenoemde CDK4/6-remmers het effect van hormonale therapie versterken. De drie EMA-goedgekeurde CDK4/6-remmers (abemaciclib, palbociclib en ribociclib) worden toegevoegd aan de standaard hormonale therapie. Jaarlijks komen in Nederland zo’n 1700 vrouwen voor deze behandeling in aanmerking. CDK4/6-remmers hebben effect als ze direct bij start van de behandeling worden gebruikt, of later: als de eerste hormonale therapie niet meer werkt.
In veel landen worden CDK4/6-remmers als startbehandeling voorgeschreven. Het was tot nu toe onzeker of die aanpak ook leidt tot betere uitkomsten, terwijl er wel nadelen aan kleven: meer bijwerkingen en meer ziekenhuisbezoeken, terwijl hormonale therapie alleen ook effectief kan zijn.
Meer lezen
De studie startte in 2017 op een moment dat 1. de opstart standaardtherapie met de gebruikte ciclib en 2. de opvolg therapie na herval onder ciclib NU lichtelijk anders is. Dat eerste lijn endocriene therapie 'single agent' even goed is klopt niet (wel dat dit goedkoper en minder toxisch is). 40% van deelnemers in arm ET + ciclib is na 4j nog op dezelfde 1ste L therapie terwijl dat 23% is met de single agent endocriene therapie (1 op 6). De median PFS2 is eerder en 5-6% meer frekwent bereikt indien uitstel CDK 4/6 remmer naar 2de lijn. De patiënten in Nederlandse SONIA studie zijn bij herval soms anders dan deze die wij met een metastatisch herval behandelen; ze waren in SONIA dikwijls eerder nog niet behandeld met "adjuvante endocriene therapie". Na 37m opvolg zijn er dus 5% meer 'events' indien pas opstart ciclib vanaf 2de lijn en PFS sneller bereikt bij laattijdige opstart van de ciclib. Studie is ook niet meer zo relevant voor hoog risico patiënten die we nu behandelen en later hervallen omdat ze nu veel kans op een ciclib hebben reeds in de 'adjuvante' setting.