De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Volgens een Taiwanese studie, die op 13 juli 2025 is gepresenteerd op het jaarlijkse congres van de Endocrine Society (San Francisco), is er een correlatie tussen de inname van suiker en kunstmatige zoetstoffen en een hoger risico op pubertas praecox, vooral bij kinderen met een genetische aanleg.
Vorsers hebben de gegevens doorgenomen van meer dan 1400 adolescenten, van wie 481 met een centrale pubertas praecox, een vorm van puberteit die wordt gekenmerkt door een voortijdige activering van de hypothalamus-hypofyse-gonadenas met daardoor productie van geslachtshormonen op een ongewoon jonge leeftijd.
De vorsers hebben de voedselinname (vragenlijsten en urineonderzoeken) gekoppeld aan een panel van 19 genen die samenhangen met centrale pubertas praecox. Suiker, aspartaam, sucralose en glycyrrhizine correleerden met een significant hoger risico. Het effect bleek te verschillen volgens het geslacht. Bij jongens correleerde vooral sucralose met een hoger risico; bij meisjes correleerden toegevoegde suikers, sucralose en glycyrrhizine met een hoger risico.
Dat wijst dus op een mogelijke interactie tussen genetische en voedingsfactoren bij de ontwikkeling van de puberteit. Een observatieonderzoek kan echter onmogelijk een oorzakelijk verband aantonen. In afwachting van een publicatie in een peer reviewed tijdschrift moeten we er dus van uitgaan dat het gaat om preliminaire conclusies.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.