De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Een groep van de Universiteit van Ottawa heeft aangetoond dat de nanopartikels waarmee geneesmiddelen worden afgeleverd, een actieve therapeutische rol zouden kunnen spelen. Hun ‘proof-of-concept’-studie opent nieuwe perspectieven in de nanogeneeskunde.
Nanopartikels worden klassiek gebruikt als vehikels: ze omkapselen en beschermen therapeutische stoffen zoals mRNA en geven die gericht af in het te behandelen weefsel of orgaan. Die technologie heeft mede bijgedragen tot het succes van de covidvaccins, maar de partikels zelf hebben over het algemeen geen therapeutisch effect en worden na gebruik afgebroken.
Het G-INCs-laboratorium, dat wordt geleid door prof. Suresh Gadde (faculteit geneeskunde, Universiteit van Ottawa) heeft “lege” nanopartikels ontwikkeld die een biologische respons kunnen opwekken. De groep heeft aangetoond dat die partikels de activiteit van macrofagen beïnvloeden, een pro-inflammatoire toestand in de hand werken en zo zelf een therapeutische waarde zouden kunnen hebben, die losstaat van hun transportfunctie.
Volgens de auteurs is dat belangrijk bij het ontwerpen van nanogeneesmiddelen en zou dat kunnen uitmonden in de ontwikkeling van meer gerichte geneesmiddelen op maat tegen complexe ziektes zoals kanker en hart- en vaataandoeningen.
Hier klikken om er meer over te vernemen.