De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Is het waarschijnlijk dat iemand betere zorg krijgt als de specialist die hem behandelt zijn huisarts kent?
Het antwoord lijkt ja te zijn, volgens nieuw onderzoek van de Harvard Medical School gepubliceerd in JAMA Internal Medicine.
Patiënten die onder behandeling waren van specialisten die samenwerkten met hun huisarts meldden dat ze op een meer betrokken manier werden behandeld, duidelijkere uitleg kregen en meer betrokken waren bij gedeelde besluitvorming, naast andere voordelen, zo bleek uit het onderzoek.
De bevindingen suggereren dat strategieën die de vorming van sterkere intercollegiale relaties tussen artsen aanmoedigen, kunnen leiden tot aanzienlijke verbeteringen in de kwaliteit van patiëntenzorg, aldus de auteurs.
De analyse is gebaseerd op elektronische patiëntendossiers van meer dan 8.600 patiënten die tussen 2016 en 2019 door hun huisarts werden doorverwezen naar een specialist. Alle verwijzingen vonden plaats in een groot academisch gezondheidssysteem. De onderzoekers vergeleken de beoordelingen van patiënten van specialistische zorg tussen twee groepen patiënten - degenen die gezien werden door een specialist die samen met de huisarts van de patiënt een medische opleiding of postdoctoraal programma had gevolgd, en patiënten van dezelfde huisarts die gezien werden door een specialist die niet samen met hun huisarts was opgeleid - terwijl gecontroleerd werd voor de prestaties van de specialist voor patiënten van andere huisarts wanneer dergelijke samenwerkingsverbanden ontbraken.
"Interacties tussen huisartsen en specialisten vormen het fundament van de geneeskunde, en doorverwijzingen naar specialisten zijn de manier waarop veel stroomafwaartse patiëntenzorg vorm krijgt. Patiëntervaringen zijn niet alleen een belangrijke dimensie van de kwaliteit van zorg, maar we dachten ook dat ze van invloed zouden kunnen zijn op de inspanningen van artsen om hun professionaliteit te tonen, gezien de nadruk van de medische professie op patiëntgerichte zorg", zegt eerste auteur Maximilian Pany.
Wij denken dat het drijvende mechanisme is dat specialisten zich ervan bewust zijn dat huisartsen aspecten van hun zorg kunnen observeren - bijvoorbeeld door het lezen van klinische notities en het praten met patiënten. Hoewel het in theorie geen verrassing was, waren we wel verrast door de grootte van de impact die we vonden. Ik vermoed dat de meesten van ons wel eens situaties hebben meegemaakt, niet noodzakelijkerwijs gerelateerd aan de geneeskunde, waarin we wilden uitblinken omdat we wisten dat bekende collega's ons zouden observeren. Als de aanwezigheid van leeftijdsgenoten om wiens mening we geven motiveert om beter te presteren bij bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, waarom zou dat dan niet zo zijn in een professionele context zoals geneeskunde? Het is een fundamenteel menselijk fenomeen."