De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
“Met een tekort van 4200 huisartsen en collega’s die tot 90 klinische contacten per dag hebben is het moeilijk werken”, zo schrijft dokter Helen Salisbury in de British Medical Journal.
“Een van de meest inspirerende mentors die ik tijdens mijn opleiding tot huisarts ben tegengekomen, was een zachtaardige man met een helder licht in zijn ogen en opwinding die onder de oppervlakte borrelde van bijna elke uitspraak. Wat opviel was zijn eindeloze belangstelling voor zijn patiënten. Hij was geboeid en geïntrigeerd - niet alleen door hun ziekte maar ook door hun leven, en hij geloofde duidelijk dat hij door hun gedachten en motivaties te begrijpen hen beter kon helpen hun gezondheid te verbeteren.
Een deel van wat wij als artsen doen kan op een oppervlakkig, transactioneel niveau plaatsvinden, waaronder de vele voorbijgaande problemen die we tegenkomen: schimmeluitslag; geïnfecteerde, ingroeiende teennagels; verstuikte enkels; zelfs een acute blindedarmontsteking. Hierbij kunnen we adviseren, behandelen, doorverwijzen, en als we geluk hebben, het probleem snel oplossen. Maar veel andere gezondheidsproblemen die we dagelijks zien zijn complex en langdurig, zoals diabetes, hoge bloeddruk, kanker of depressie. In deze gevallen maakt het verschil hoe de patiënt over zijn ziekte denkt, en wat hij begrijpt over het doel en het mechanisme van de behandeling, of hij besluit de door zijn arts aanbevolen weg te volgen.
Beslissingen van patiënten hangen ook van veel andere dingen af - geld om de geneesmiddelen te betalen, hoeveel last ze van hun symptomen hebben en hun vertrouwen in de arts - maar elk behandelingsplan moet zinvol zijn voor de patiënt. Hoeveel patiënten nemen in een bepaald jaar hun eerste pakje bloeddruktabletten in, maar vragen niet om meer, gewoon omdat ze ervan uitgaan dat het probleem van de baan is? Uitleg werkt alleen als die uitgaat van wat de patiënt al weet: als ik enig inzicht heb in de mentale modellen waarmee mijn patiënten werken, is de kans groter dat mijn suggesties worden overgenomen. Natuurlijk moet dit voorzichtig gebeuren, want elke poging om in het hoofd van mijn patiënten te kruipen kan opdringerig of gewoon vreemd overkomen.
We moeten ons meer bekwamen en oefenen in het onderzoeken van het perspectief van de patiënt en met hem samenwerken, zodat we het samen eens kunnen worden over het doel en onze behandelingen aanvaardbaar en effectief zullen zijn. Dit kost tijd en wordt enorm geholpen door continuïteit van zorg, maar terwijl we een tekort hebben van 4200 huisartsen en sommige collega's tot 90 klinische contacten per dag hebben, zullen we moeite hebben om het stralende idealisme van mijn vroegere mentor waar te maken.”.
https://www.bmj.com/content/379/bmj.o2807