De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
In een studie uitgevoerd aan het Catharina Ziekenhuis (Eindhoven, Nederland) is vastgesteld dat de nood aan een nieuwe ablatie wegens atriumfibrillatie significant lager was na een gerichte aanpassing van de levenswijze. De waarschijnlijkheid van een tweede ablatie was 45% lager bij de patiënten die hun levenswijze hadden aangepast voor de eerste ablatie (daling van 30% naar 18%). Bij een aantal patiënten kon na aanpassing van de levenswijze zelfs worden afgezien van ablatie.
De studie is uitgevoerd bij 150 patiënten, die werden verwezen voor een ablatie. De patiënten werden in twee groepen ingedeeld. De interventie bestond uit een begeleiding gedurende hoogstens zes maanden door een gespecialiseerde verpleegkundige en aanpak van de individuele risicofactoren (overgewicht, hypertensie, alcoholconsumptie en slaapapneusyndroom).
Een jaar na de procedure was de levenskwaliteit beter bij de patiënten van de interventiegroep en was het slaagpercentage na de ablatie hoger (82%) dan bij de patiënten die de gebruikelijke zorg kregen. Bij een aantal patiënten en meer bepaald patiënten met een ernstige slaapapneu verdwenen de ritmestoornissen zelfs na behandeling van de onderliggende oorzaak.
Gezien die goede resultaten heeft het ziekenhuis beslist tot een structurele integratie van die niet-farmacologische maatregelen via een spreekuur ad hoc en samenwerking met zorgnetwerken. De studie wordt gefinancierd door ZonMw. Binnenkort zullen de finale resultaten bekend worden gemaakt.
Persbericht.