De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Een nieuwe studie wakkert de discussie over de geografische oorsprong van het SARS-CoV-2, de verwekker van COVID-19, weer aan. Bij analyse van de genetische evolutie van verwante virussen bij vleermuizen zijn vorsers tot de conclusie gekomen dat het virus Wuhan niet heeft kunnen bereiken louter en alleen via de natuurlijke verplaatsingen van zijn gastheren en met name vleermuizen.
Bij vergelijking van de geraamde verspreidingssnelheid van de virussen en die van de vleermuizen, die de virussen herbergen, heeft de internationale groep vorsers aangetoond dat de snelle migratie van het SARS-CoV-2 niet kan worden uitgelegd door transport door vleermuizen. De verwante virussen circuleren al duizenden jaren in Azië tegen een trage snelheid. De voorouder van het SARS-CoV-2 zou dan meer dan 2500 km hebben moeten afgelegd in nauwelijks vijf tot zeven jaar. Dat maakt een natuurlijke verspreiding erg onwaarschijnlijk.
Die gegevens treden de hypothese bij van transmissie door een intermediaire species zoals is aangetoond voor palmcivetkatten wat het SARS-CoV-1 betreft.
Volgens een aantal vorsers zou het virus uit een laboratorium zijn ontsnapt. Deze studie spreekt dat echter tegen. Het schema van verspreiding van het SARS-CoV-2 verschilt niet van dat bij de eerste SARS-epidemie, wat dus veeleer pleit voor een zoönotische origine.
Volgens de auteurs is het dan ook belangrijk de keten van handel in wilde dieren te bewaken en verder stalen af te nemen bij vleermuizen om de oorsprong van de volgende pandemie van een coronavirus te achterhalen.
Referentie: hier klikken om er meer over te vernemen.