“Wat Ryanair uiteindelijk toch heeft opgegeven om veiligheidsredenen, wil onze minister voor Volksgezondheid toepassen in de chirurgie. Niets blijkt hem tegen te houden, zelfs niet de veiligheid van de patiënten.”
Vanaf 1 januari 2026 schaft Frank Vandenbroucke in het kader van zijn project om te besparen in de gezondheidszorg de vergoeding voor assistenten chirurgie af.
De huidige Riziv-code voorziet circa 10% van het honorarium van de chirurgische ingreep voor de assistent, die de chirurg assisteert. Geen code meer, geen assistent meer.
In het operatiekwartier is de assistent als het ware de copiloot van de chirurg. Net zoals in de cockpit van een vliegtuig assisteert de copiloot de piloot gedurende de hele vlucht, helpt hij de piloot bij het manoeuvreren en zorgt hij voor een dubbele controle. Dat is precies de taak van de assistent in de operatiekamer.
De assistent is de derde en de vierde hand van de chirurg en neemt van begin tot einde actief deel aan de ingreep. Hij voert constant een “dubbele controle” uit: een bloedvaatje dat blijft bloeden, een vergeten kompres, een hechting die niet goed genoeg is … Details, die soms niet worden opgemerkt en waarbij vier ogen het verschil kunnen maken.
Eén van de belangrijkste redenen om die code af te schaffen zou de robotisering zijn. Het is inderdaad zo dat gerobotiseerde chirurgie veel preciezer is, maar een robot kan in geen enkel geval een arts vervangen wat controle, beoordeling en veiligheid betreft. Of nu toch nog niet.
Als de assistenten worden afgeschaft, moet één persoon de hele operatie dragen. Niemand is onfeilbaar. Vermoeidheid, zenuwachtigheid, een complexe interventie … allemaal factoren waar je rekening mee moet houden om de veiligheid van de patiënt te verzekeren. Het is net daar waar de assistent een essentiële rol speelt: een tweede bescherming.
Je kan van een chirurg onmogelijk verwachten dat hij de assistent uit zijn eigen zak betaalt. Chirurgen moeten al een groot deel van hun inkomen (tot 40%) afstaan aan het ziekenhuis, moeten huur betalen voor de consultatieruimtes en moeten in sommige ziekenhuizen zelf de instrumentiste per uur betalen. Ze hebben dus gewoonweg geen marge meer.
Nogmaals, het valt te betreuren dat de minister niet begrijpt hoe de medische wereld werkt. Hij denkt waarschijnlijk nogal naïef dat hij de patiënten niet zal treffen als hij vooral de artsen aanpakt. Daar heeft hij het bij het verkeerde eind. Overbelaste, vermoeide, gedemotiveerde, slecht betaalde artsen zullen de patiënten niet meer de kwaliteitsgeneeskunde kunnen bieden die ze nu wel krijgen.
Ik ben zelf assistent chirurgie sinds meer dan vijftien jaar en heb meerdere keren meegemaakt dat de chirurg zich tijdens de ingreep ineens slecht voelde en de operatiekamer meteen heeft moeten verlaten. Ik hoef u niet te vertellen wat er zou gebeuren met een vliegtuig waarvan de piloot niet meer zou kunnen functioneren, als er geen copiloot zou zijn …
Chirurgie is vooral teamwerk: een chirurg, een assistent, een instrumentiste, zaalverpleegkundigen. Ieder heeft zijn rol, zoals in een ballet. Verwijder een enkel tandwiel van een horloge en het zal meteen vastlopen.
“Ten percent”, een bekende tv-reeks over de showbusiness, zal binnenkort misschien een vervolg krijgen: een reeks over het wel en wee in het operatiekwartier.
Meneer de minister, nogmaals, u verdient het niet ons te vertegenwoordigen.”