De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
"De meeste artsen beginnen hun opleiding met het verlangen mensen te helpen. Als een patiënt ons om hulp vraagt dan zeggen we meestal ja”, zo schrijft huisarts Helen Salisbury in de BMJ.
"Als wat ze willen niet veilig of evidence based is hebben we goede redenen om het te weigeren. Maar als de belangrijkste reden om nee te zeggen is dat we het gewoon te druk hebben, dan is het veel moeilijker. Waar trekken we de grens bij verwijzingen voor cosmetische ingrepen of brieven voor school over de noodzaak van een zwembril?
Ons vermogen om ‘nee’ te zeggen doet vragen rijzen in verband met rechtvaardigheid en veiligheid van de patiënten; aangezien er niet genoeg huisartsen zijn om aan de vraag van de patiënten te voldoen, moeten we voorzichtig zijn met de manier waarop we onze tijd besteden. We moeten oppassen dat we de omgekeerde zorgwet niet verergeren, want de patiënten die het minst in staat zijn om te vragen, zijn vaak degenen die het meest hulpbehoevend zijn. Ik vrees dat mondige en veeleisende patiënten meer kans maken om te krijgen wat ze willen, deels omdat het meer tijd kost om met hen te discussiëren dan om toe te geven. Ik ben op mijn hoede voor de schade die een weigering kan toebrengen aan de relatie tussen patiënt en arts, maar prioriteiten stellen op basis van klinische noodzaak betekent onvermijdelijk soms nee zeggen, ook al doen we dat niet graag.
Als we veilig voor onze patiënten willen blijven zorgen, moeten we ook op andere gebieden ‘nee’ leren zeggen en ons beleefd verzetten tegen de overheveling van werk van ziekenhuizen naar huisartsenpraktijken.
Het is gemakkelijker om collectief nee te zeggen dan individueel. Op praktijkniveau helpt een solide beleid over wat je wel en niet wilt doen individuele artsen om prioriteiten te stellen in hun tijd. Op lokaal niveau vertrouwen we op onze lokale medische commissies om ons te verdedigen tegen ongefundeerde overplaatsingen van werk. Vroeger kregen we ook hulp van de clinical commissioning groups, maar het is onduidelijk hoe effectief de nieuwe geïntegreerde zorgraden in dit opzicht zullen zijn, of hoe goed de huisartsen vertegenwoordigd zullen zijn."
https://www.bmj.com/content/378/bmj.o1781