De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Een recent kwalitatief onderzoek heeft onderzocht welke factoren maken dat de artsen al dan niet de richtlijnen volgen bij het voorschrijven van een antistollingstherapie.
De vorsers hebben daarvoor semigestructureerde gesprekken gevoerd met 46 artsen van verschillende specialismen (urgentieartsen, ziekenhuisartsen, interventionele cardiologen en interventionele radiologen).
Meerdere factoren blijken mee te spelen bij de keuze van de initiële antistollingstherapie. Voor veel artsen maakt het in feite weinig uit. De gewoontes verworven tijdens de jaren van praktijkvoering blijken sterke invloed te hebben bij het nemen van een beslissing ad hoc, ook als ze niet stroken met de huidige richtlijnen. Na het starten van de antistollingstherapie zijn de artsen geneigd diezelfde behandeling voort te zetten zonder de relevantie ervan te evalueren. Het ziekenhuisprotocol en de plaatselijke richtlijnen zijn bepalend wat de keuze van de behandeling, een niet-gefractioneerde heparine of een laagmoleculairgewichtheparine (LMWH), betreft.
De artsen die niet-gefractioneerde heparine voorschrijven, denken dat je die gemakkelijker kunt aanpassen of onderbreken mocht de toestand van de patiënt snel verslechteren. Er circuleren ook heel wat misvattingen over de farmacologie van anticoagulantia en kathetertherapie, wat verklaart waarom er nog vaak niet-gefractioneerde heparine wordt voorgeschreven. Een betere opleiding en een aanpassing van het ziekenhuisprotocol aan de richtlijnen zouden de behandeling van ziekenhuispatiënten met een acute longembolie kunnen verbeteren.
Hier klikken om er meer over te vernemen.