De dagelijkse medische actualiteit voor Belgische artsen en apothekers.
Op het congres 2025 van de ASCO over urogenitale kanker is een studie gepresenteerd die leert dat toediening van een androgeendeprivatietherapie in de vorm van een pleister even effectief zou kunnen zijn als de klassieke behandeling, maar minder bijwerkingen veroorzaakt.
De studie is uitgevoerd bij 79 patiënten met prostaatkanker, die werden gerandomiseerd naar een standaardbehandeling met een LHRH-agonist plus een androgeendeprivatietherapie of een transdermale oestradiolpleister plus een androgeendeprivatietherapie.
LHRH-agonisten verminderen de testosteronproductie in de teelballen, maar veroorzaken vaak bijwerkingen. Transdermale oestradiolpleisters, die vaak worden gebruikt als hormonale substitutietherapie na de menopauze, onderdrukken de testosteronproductie, maar veroorzaken geen oestrogeendepletie. Die pleisters vrijwaren dus de botdichtheid en anderzijds loop je niet het risico op trombose zoals met orale oestrogenen.
Na zes maanden behandeling bedroeg het percentage PSA-respons 61% in beide groepen. De incidentie van bijwerkingen was echter lager met de oestradiolpleister. In die groep bedroeg de incidentie van opvliegers 5% tegen 24% in de groep die werd behandeld met een LHRH-agonist. De incidentie van hypertensie bedroeg respectievelijk 5% en 17%. Wel is vaker gynaecomastie waargenomen bij de patiënten die werden behandeld met oestradiol.
De vorsers moeten nog nagaan of de transdermale pleister ook doeltreffend is bij de preventie van metastasen en daarvoor plannen ze een non-inferioriteitsstudie.
Hier klikken om er meer over te vernemen.